In alle hectiek rond de zorg voor corona-patiënten is Amsterdam UMC ook bezig met wetenschappelijk onderzoek om covid-19 beter te begrijpen. Het doel: zo snel mogelijk een betere behandeling en bijdragen aan een vaccin dat de ziekte kan voorkomen. Niet alleen werken diverse afdelingen nauw samen, ook nationaal en internationaal worden de handen ineengeslagen.

“Hier wordt geschiedenis geschreven”, zegt Menno de Jong over de huidige corona-pandemie. Hij is hoogleraar Klinische Virologie, hoofd van de afdeling Medische Microbiologie en lid van het landelijk Outbreak Management Team (OMT) dat het kabinet adviseert op het gebied van corona. “Het doet denken aan de verhalen over de Spaanse grieppandemie in 1918-1919 maar ook aan het begin van de hiv-epidemie. Die laatste heb ik zelf nog beroepsmatig meegemaakt. We draaiden in het begin poli’s zonder veel te kunnen bieden. Er was toen helemaal geen effectieve behandeling voor aidspatiënten. Dat vond ik erg zwaar. Gelukkig begrijpen we die ziekte nu veel beter en zijn er goede geneesmiddelen.”

De nieuwe, nog onbegrepen grote vijand die momenteel wereldwijd aan de deur klopt, is het virus SARS-COV-2, de veroorzaker van covid-19 waaraan al tienduizenden mensen zijn overleden. Ook nu staan artsen en onderzoekers voor vele raadsels. Een goede behandeling is er nog niet.

Helemaal uitgeroeid

Al eerder, in 2002, waarde er een SARS-virus rond. Dit virus, dat destijds wereldwijd 774 levens kostte, is volgens De Jong helemaal uitgeroeid. “In het begin van de huidige SARS-2-epidemie hoopten we dat we deze ook snel onder controle zouden krijgen. Helaas is dat niet gelukt. Dit komt vooral doordat het merendeel van de infecties mild verloopt en daardoor onder de radar blijft, terwijl het virus wel kan worden overgedragen. Bij het vorige SARS-virus werd een veel groter deel van de geïnfecteerde mensen ernstig ziek. Zo kon je het merendeel van de patiënten makkelijker identificeren en de getroffenen en hun contacten in quarantaine brengen. Nu gebeurt dat ook zoveel mogelijk, maar door de ‘onzichtbaarheid’ van het huidige SARS-virus gaat dat veel moeizamer. Vandaar dat het aantal patiënten zo gigantisch is toegenomen.”

Mild en ernstig

Terwijl zorgverleners proberen ernstig zieke corona-patiënten te helpen, zijn wereldwijd veel wetenschappers op zoek naar een geschikte behandeling. Ook diverse afdelingen van Amsterdam UMC proberen gezamenlijk een forse bijdrage te leveren. Veel over de ziekte is echter nog onbekend. Uit epidemiologisch onderzoek is wel duidelijk dat oudere mensen, extreem zware personen en mensen met een of meerdere chronische ziekten onder de leden de grootste kans hebben op een ernstig beloop.

“Gelukkig is de groep die ernstig ziek wordt en op de intensive care belandt, relatief klein”, zegt internist-infectioloog en klinisch immunoloog Godelieve de Bree. “Daarnaast is er een grote groep die wel ziek wordt maar voorspoedig herstelt. Het is belangrijk om inzicht in deze twee uiteenlopende groepen te krijgen. Pas dan begrijp je hoe en waarom een ernstig ziektebeloop ontstaat en wat de voorspellende factoren hiervoor zijn. Dat is nodig om uiteindelijk een goede behandeling te ontwikkelen.”