Mensen met alvleesklierkanker hebben een driemaal hogere kans om na vijf jaar nog in leven te zijn als ze voorafgaand aan hun operatie éérst chemotherapie met bestraling krijgen in plaats van chemotherapie erná. Dat toont de Nederlandse Landelijke PREOPANC-studie aan. De resultaten zijn vandaag gepubliceerd in de Journal of Clinical Oncology.

Dit is wereldwijd de eerste studie gedaan bij patiënten, die aantoont dat zogenaamde chemoradiatie – dat is chemotherapie met bestraling – voorafgaand aan de operatie de overlevingskans van alvleesklierkanker na vijf jaar ruim drie keer zo hoog maakt. Radiotherapeut-oncoloog Geertjan van Tienhoven van Amsterdam UMC, een van de hoofdonderzoekers: “We zagen een stijging in vijfjaarsoverleving van 6,5 procent naar 20,5 procent door voor de operatie eerst chemo en bestraling toe te dienen.” Met andere woorden: de kans voor patiënten om na vijf jaar nog in leven te zijn, was met de standaardbehandeling 1 op de 15. Na de nieuwe behandeling was dit 1 op de 5. “We zijn verheugd dat we een deel van de patiënten nu beter kunnen behandelen.”

Op zoek naar betere resultaten

De standaardbehandeling voor patiënten met alvleesklierkanker waarbij de tumor kan worden verwijderd, is een operatie en daarna een half jaar chemotherapie. Ondanks deze intensieve behandeling komt de kanker toch vaak terug. Daarom keken de onderzoekers of een deel van de chemotherapie in combinatie met bestraling vóór de operatie (neoadjuvante chemoradiatie genaamd) de uitkomsten kon verbeteren. Dit gebeurde in de Landelijke Nederlandse PREOPANC-studie onder leiding van hoogleraar Casper van Eijck van Erasmus MC en bovengenoemde Van Tienhoven namens de Dutch Pancreatic Cancer Group.

1 op de 5 na vijf jaar nog in leven

Van 2013 tot 2017 deden 246 patiënten uit 16 Nederlandse ziekenhuizen, alle gespecialiseerd in de behandeling van alvleesklierkanker, mee aan de PREOPANC-studie. Hierbij werd geloot of patiënten de standaardbehandeling kregen en dus direct werden geopereerd (de directe-operatie-groep, 127 patiënten) of dat zij eerst werden behandeld met chemoradiatie (de neoadjuvante-groep, 119 patiënten). In beide groepen kon de tumor helaas soms niet operatief verwijderd worden en ook na de operatie bleek de ziekte toch vaak terug te komen. Maar op de lange termijn was de vijfjaarsoverlevingskans duidelijk beter in de neoadjuvante groep: 20,5% (ofwel 1 op de 5) tegenover 6,5% (ofwel 1 op de 15) met de standaardbehandeling. Van Tienhoven: “Na deze positieve resultaten zijn we met de Dutch Pancreatic Cancer Group vervolgstudies aan het doen om de overlevingskansen voor patiënten met alvleesklierkanker nog verder te verbeteren.”