“Dit is wel even andere koek dan op de kazerne.” Op de Spoedeisende Hulp worden op dit moment twee militair artsen opgeleid. Een pilot die nu zo’n twee maanden loopt. Bij een win-winresultaat levert het de SEH standaard twee man extra op en gaan de stagiairs goed voorbereid op missie.

Op de kazerne zijn Roos Laboyrie en Moreno Monteiro, beiden Algemeen Militair Arts (AMA) in opleiding, straks huisarts en bedrijfsarts in één. Maar tijdens een uitzending naar een conflictgebied of vredesmissie moeten ze meer functioneren als trauma-arts.

Op missie 

Schietles, marslopen en survivallen, de militaire basisvaardigheden leerden de twee meteen in het eerste jaar al. Het medische gedeelte van hun tweejarige opleiding tot AMA sluiten ze af met een stage van zes maanden op de spoedeisende hulp (SEH) van locatie AMC. “Militairen zijn relatief gezond en in goede conditie, dus op de kazerne in Nederland zullen we misschien niet de meest spannende dingen tegenkomen. Maar als we straks uitgezonden worden, moeten we ook hulp kunnen bieden aan vluchtelingen en drenkelingen die spoedeisende zorg nodig hebben of collega’s met schotwonden”, verklaart Laboyrie. De kans dat ze een keer uitgezonden worden naar een land als Afghanistan of Somalië is best groot. Maar bang zijn ze niet. Monteiro: “Daar worden we toch voor opgeleid?”  

Van hartstilstand tot ernstige trauma’s

Peter Leenhouts, hoofd van de SEH en zelf tot tweemaal toe als arts uitgezonden naar voormalig Joegoslavië, haalde het stageprogramma naar de AMC-locatie. “Voor de opleidingstak Geneeskunde was Defensie op zoek naar een SEH-afdeling die hun mensen zo goed mogelijk zou kunnen voorbereiden op uitzending. Op een open spoedeisende hulp als die van ons kan werkelijk álles binnenkomen: van een hartstilstand tot ernstige trauma’s. Locatie AMC heeft één van de grootste spoedposten van Nederland waar de meest complexe zorg aan patiënten wordt verleend. We ontvangen zo’n honderd mensen per dag van wie zo’n 15 tot 20 procent wordt opgenomen. Het gaat hier echt om de serieuzere gevallen. Een ideale leerschool dus, hopen we.”

PTSS

Voor zijn uitzending als militair-arts, zo’n twintig jaar geleden, werd Leenhouts heel anders voorbereid. “Ik heb letterlijk één dag schietles gehad. Ik mocht vijf kogels afvuren en dat was het. Vervolgens werd ik in een gevechtspak gehesen en op het vliegtuig gezet en zat ik twee uur later met een doorgeladen pistool om mijn middel en een kogelvrij vest aan in oorlogsgebied. Die magere voorbereiding en de ervaringen tijdens de uitzending hebben bij een aantal collega’s tot PTSS geleid. Een goede voorbereiding is daarom erg belangrijk.”

Waardevol

Aan de kersverse samenwerking met Defensie heeft het AMC ook iets, verwacht hij. “In een tijd van krapte zijn stagiairs die volwaardig ingezet kunnen worden natuurlijk uiterst waardevol voor onze afdeling. Ambulanceverpleegkundigen in opleiding, verpleegkundigen in opleiding en nu dus AMA’s in opleiding, ze lopen hier allemaal rond. Al die verschillende mensen met verschillende krachten en karakters maken onze SEH ook een stuk completer.”

Niet lullen maar poetsen

“Je merkt bijvoorbeeld dat de militair artsen echt van het niet lullen maar poetsen zijn”, ziet Frank Ouwehand, lid opleidingsteam SEH-artsen en begeleider van Laboyrie en Monteiro. “Als het een keertje druk is op de SEH zijn dit de mensen die zonder te mopperen álles aanpakken.” Alles willen doen is ook meteen hun valkuil, denkt Ouwehand. “Hoe graag ze het ook zouden willen, het is helaas niet haalbaar om een volledige driejarige opleiding tot spoedeisende hulparts in zes maanden te proppen.”

Bucketlist

Misschien moet er hier en daar nog aan wat verwachtingsmanagement worden gedaan. Toch hebben Laboyrie en Monteiro in de kleine twee maanden dat ze hier rondlopen al een paar dingen van hun medische bucketlist kunnen strepen. Zo mochten ze al kinderen met ernstige allergische reacties en ouderen met acute benauwdheid behandelen en leerden ze een mooie truc om een schouder weer snel terug in de kom te krijgen. Monteiro: “Dat komt straks zeker van pas.” Op zijn wensenlijst staan nog acute buik- en hersenklachten en Laboyrie hoopt in de resterende vier maanden op nog wat acute cardiologische gevallen: “Klinkt wat cru misschien, maar op die manier kan ik mijn reanimatie-skills verbeteren.”

In februari, aan het eind van de stageperiode, kijken alle partijen of de verwachtingen zijn waargemaakt en of de pilot wordt omgezet in een vast samenwerkingsverband.

Tekst: Sophie Verschoor
Foto: Elmer Bets