Slokdarmkanker heeft een slechte overlevingskans. Dat kan beter, denkt Hanneke van Laarhoven, internist-oncoloog bij Amsterdam UMC. “We hopen de overlevingskans met 15 procent te verbeteren.” Met een 'Veelbelovende Zorg'-subsidie van bijna 8 miljoen euro van Zorginstituut Nederland en ZonMw wil Van Laarhoven onderzoeken of dit kan.

Na behandeling en operatie keert bij ongeveer de helft van de patiënten de ziekte terug. Van Laarhoven: “Die helft van de patiënten overleeft de terugkeer van slokdarmkanker vaak niet.” De te onderzoeken therapie richt zich op het blokkeren van de zogenaamde HER2-receptor. Van Laarhoven licht toe: “Die receptor is een zogenaamde antenne op een cel, die een signaal uitzendt dat de tumor vertelt dat hij mag groeien. 15 procent van de patiënten met slokdarmkanker heeft deze HER2-receptor. Als we dat signaal blokkeren, verbetert dat mogelijk de overlevingskans voor deze groep.”

Signaal voor tumorgroei uitzetten

De onderzoeksgroep wil de medicijnen pertuzumab en trastuzumab toevoegen aan de standaard CROSS-behandeling die bestaat uit chemotherapie, bestraling en een operatie. “In het laboratorium werken deze medicijnen erg goed, maar we weten niet zeker of het in de praktijk net zo goed uitpakt. Dat gaan we in dit project onderzoeken. We verwachten een verbetering van de overlevingskans met 15 procent. Dat is veel, maar we willen echt dat deze behandeling een belangrijk resultaat geeft. De toevoeging van pertuzumab en trastuzumab maakt de behandeling duurder en voor de patiënt intensiever”, aldus Van Laarhoven.

Kosteneffectief

Naast de positieve resultaten voor de overlevingskans, verwacht Van Laarhoven een positief effect voor de kosteneffectiviteit van de behandeling van slokdarmkanker. In 2023 verloopt het patent van pertuzumab, waardoor het medicijn een paar jaar later waarschijnlijk goedkoper wordt. En dat niet alleen: de kwaliteit van leven van de patiënten die deze behandeling succesvol ondergaan, zal naar verwachting ten minste gelijk blijven. De verwachting voor de QALY’s (gewonnen levensjaren van goede kwaliteit) is erg goed. “Het onderzoek is belangrijk,” zegt Van Laarhoven, “omdat we, als de nieuwe behandeling werkt, de overleving van deze groep patiënten substantieel verbeteren, met behoud van kwaliteit van leven. We spreken voor deze groep dan echt over genezing. En wie weet: als onze verwachtingen blijken te kloppen, geeft dit onderzoek inspiratie om hetzelfde te doen bij andere HER2-positieve vormen van kanker.”

Bron: Zorginstituut NederlandFotografie: Marlou Pulles