Kunnen we gezonder oud worden dan we nu doen? Er zijn namelijk plekken op aarde waar veel meer mensen gezond ouder worden dan gemiddeld. Bergdorpjes in Sardinië, Japanse vissersdorpen in Okinawa: het zijn zogeheten blue zones. Hoogleraar Ouderenzorg Hein van Hout noemt ze in zijn oratie vandaag als voorbeelden om van te leren. Maar hij wijst vooral op het grote belang van een goede samenwerking in de eerstelijnszorg.

Blue zones kunnen interessante kennis opleveren, zegt Van Hout. Zoals er veel kennis uit wetenschappelijk onderzoek komt. Hij concludeert in zijn oratie echter dat slechts 15% van bewezen effectieve interventies in de zorg uiteindelijk ook wordt toegepast. “Vijftien procent, dat is ontluisterend weinig. Een studie met mooie resultaten is dus geen garantie voor toepassing. Veel opgedane kennis gaat verloren. Vergelijk het met de ontwikkeling van een effectief coronavaccin dat vervolgens niet wordt ingezet. Dat is toch vreemd?”

Netwerk van eerstelijns zorg

De leerstoel van Van Hout richt zich op het begeleiden van ouderen met een kwetsbare gezondheid en beperkingen. De titel van zijn oratie: ‘Zorgen voor ouderen, tussen droom en werkelijkheid’. Hoe kunnen we hen zo goed mogelijk begeleiden? Hoe kunnen we professionals daarin beter ondersteunen? Van Hout: “Enerzijds door beslissingen beter te onderbouwen met een systematische beoordeling van iemands gezondheid. Dat vermindert blinde vlekken. Anderzijds door de organisatie van zorg te versterken: hoe kunnen de vele professionals in de eerstelijnszorg effectief samenwerken? Hoe werkt een doelmatige thuiszorgorganisatie? Daar is veel winst te behalen als we onze kennis beter vertalen naar acties.”

Huisartsen spelen volgens Van Hout een cruciale rol in dit traject, maar zij kunnen het niet alleen. Daarom bouwen ze een netwerk met andere professionals in de eerstelijnszorg op. “Zoals een wijkverpleegkundige, specialist ouderengeneeskunde, ergo- en fysiotherapeut, casemanager dementie, een apotheker. Ook wordt verbinding gezocht met welzijnsprofessionals. Een goed lopend netwerk is er niet van vandaag op morgen. Men moet elkaar leren kennen, weten wat je wel en niet aan elkaar kan vragen. Afspraken maken over wie regie neemt, en hoe de regisseur op de hoogte blijft. Daar is regelmatig contact voor nodig”, aldus Van Hout, en dat moet volgens hem ruime aandacht krijgen.

Versterking van de huisartsenpraktijk

“In een experiment zagen we een klein effect op beter behoud van dagelijks functioneren, met name bij de meest kwetsbare personen. Dat effect werd sterker na verloop van tijd. Huisartsen voelden zich ontlast dankzij de praktijkverpleegkundige. De kosten voor de inzet van verpleegkundigen en andere professionals werden binnen anderhalf jaar terugverdiend.” In andere studies is te zien dat betere continuïteit van zorg door de huisarts op de langere termijn samenhangt met minder ongeplande ziekenhuisopnames en een betere levensverwachting.

Van Hout vindt het jammer dat ‘de uitrol en financiering van deze aanpak wankel blijft’. “Nu er zoveel ouderen met een kwetsbare gezondheid in aantocht zijn, is de versterking en ontlasting van de huisartspraktijk op dit thema heel hard nodig.” Het aantal bedden voor woonzorg in Nederland groeit al jaren niet mee met het aantal ouderen. Beleid is om mensen langer dan voorheen thuis op te vangen. Dat sluit ook aan bij de wens van de meeste ouderen zelf. “En toch lukt het lang niet altijd. De realiteit is dat bijvoorbeeld 9 van de 10 personen met dementie op een gegeven moment in een zorghuis terechtkomt.” Volgens Van Hout blijft onderzoek nodig, en moeten we kennis die daaruit voortvloeit beter benutten.

Tekst: Nicole de Haan
Foto: Shutterstock