Migranten hebben een hoger risico op gezondheidsproblemen dan de Nederlandse populatie. Er zijn nog steeds talloze problemen rondom de toegankelijkheid van zorg; zowel binnen als buiten Nederland. Jeanine Suurmond, universitair hoofddocent bij Amsterdam UMC, onderzocht de afgelopen 20 jaar de verschillende barrières die patiënten ervaren in de gezondheidszorg.

Begin van het leven

Patiënten hebben hun hele leven last van deze barrières: aan het begin, aan het einde en tijdens de verschillende screeningsprogramma’s waaraan we gedurende ons leven worden onderworpen. "Taalbarrières belemmeren vaak de toegang tot goede gezondheidszorg. Bij een taalbarrière 'redden' zorgverleners zich vaak met vertaalhulp van familie en vrienden van de patiënt in plaats van hulp van professionals, zoals een tolk. Dit brengt goede zorg in gevaar", aldus Suurmond. Onderzoek laat zien dat verloskundigen informatie over prenatale screening versimpelen of zelfs helemaal weglaten als ze te maken krijgen met een taalbarrière. Hierdoor krijgen vrouwen onvoldoende informatie om hun beslissing over screening op te baseren. “Hetzelfde onderzoek laat zien dat verloskundigen soms informatie over prenatale tests overslaan als ze het gevoel hebben dat hun cliënt de test om religieuze redenen toch niet zou overwegen. Veronderstellingen die zorgverleners over hun patiënt hebben kunnen dus ook belemmerend werken,” voegt Suurmond toe.

Ook wanneer zieke kinderen in het ziekenhuis opgenomen moeten worden staan verschillende taalkundige en culturele barrières goede zorg in de weg. Suurmond een aantal voorbeelden: “In de brandenwondenzorg en in de pediatrische oncologische zorg worstelen zorgverleners met het verstrekken van goede informatie aan ouders over de toestand van hun kind. Zowel taalbarrières als culturele barrières maken dit moeilijk. Het gevolg is dat ouders niet altijd wisten dat het niet goed ging met hun kind, of - andersom - dachten dat hun kind ernstig gehandicapt zou blijven, terwijl de artsen eigenlijk dachten dat het kind volledig zou herstellen."

Minder deelname

Het onderzoek laat ook zien dat etnische minderheidsgroepen minder vaak deelnemen aan screeningsprogramma’s. Hierdoor hebben zij ook minder kans om al in een vroeg stadium te worden gediagnosticeerd. Darmkanker, wereldwijd de op twee na meest voorkomende vorm van kanker, ontwikkelt zich in stilte. Hoe langer het duurt voordat iemand een diagnose krijgt, hoe slechter iemands overlevingskansen worden. Mensen dachten vaak dat kanker alleen voorkomt bij mensen met symptomen. Dit idee, met grote gevolgen, werd gedeeltelijk veroorzaakt door taalbarrières. In het geval van darmkankerscreening hebben oudere migranten nog meer moeilijkheden ondervonden door taal- en cultuurbarrières. “De screening op darmkanker is namelijk een zelftest met een Nederlandse instructie, die deelnemers niet konden lezen. Toen hun kinderen hulp boden, voelden de deelnemers zich te beschaamd om met hun kinderen over kanker of ontlasting te praten,” aldus Suurmond.

Zorg aan het einde van het leven

Wanneer je in een land woont waar je niet in de nationale taal kunt communiceren zorgt dit voor veel problemen die ook het einde van het leven van mensen beïnvloeden. Uit het onderzoek blijkt dat mensen met een niet-westerse migratieachtergrond een grotere kans hebben om in het ziekenhuis te worden opgenomen en daar te sterven dan patiënten met een Nederlandse achtergrond. Ook krijgen ze minder vaak morfine en andere kalmerende medicatie. Het meest ingrijpende verschil is nog wel dat, wat artsen betreft, bij deze patiënten de behandeling te lang gericht is op genezing. Terwijl zij vaak meer gebaat zijn met goede palliatieve zorg.

Het onderzoek laat zien dat interactieve bijeenkomsten, georganiseerd door migranten en hun familie, waarin informatie wordt gegeven over het Nederlandse systeem van palliatieve zorg kunnen helpen bij dit probleem. Dit betekent ook dat zorgverleners begrip moeten hebben voor de religieuze overtuigingen van patiënten. Het einde van het leven vraagt van zorgverleners om samen met de patiënt en familie te zoeken naar een middenweg waarin religieuze of culturele overtuigingen worden gerespecteerd maar de patiënt wel de beste zorg krijgt.

Over drempels heen stappen

Uit eerder onderzoek van de Universiteit van Amsterdam bleek dat allochtone patiënten in vergelijking met etnisch Nederlandse patiënten minder vragen stellen en minder betrokken zijn bij gezamenlijke beslissingen met hun zorgverlener over hun eigen gezondheid en gezondheidszorg. Hieruit blijkt dat het noodzakelijk is dat zorgverleners zich inleven in de taal- en cultuurverschillen tussen henzelf en hun patiënten. “Alle zorgverleners en studenten moeten worden opgeleid om met professionele tolken te werken. Professionele tolkdiensten zouden gratis moeten zijn,” besluit Suurmond.

European Public Health Week
Deze week is het European Public Health Week, waarin internationaal aandacht wordt besteed aan volksgezondheid. Amsterdam UMC heeft een schat aan kennis en kunde opgebouwd rond onderzoek naar preventie, het voorkómen van gezondheidsproblemen. Onderzoeksinstituut Amsterdam Public Health speelt hierin een belangrijke rol.