Patiëntvragenlijsten, oftewel PROMs (Patient Reported Outcome Measures), bieden een mooie basis voor het gesprek tussen zorgverlener en patiënt. Lotte Haverman, onderzoeker en projectleider van het PROM expertisepunt, ziet de aandacht voor de vragenlijsten toenemen. “We weten beter hoe het echt met de patiënt gaat.”

Patiëntvragenlijsten zijn geen overbodige luxe. Uit onderzoek blijkt dat behandelaar en patiënt lang niet altijd dezelfde ernst van symptomen rapporteren. “Daar zitten vaak verschillen in, wat tot miscommunicatie kan leiden”, aldus Haverman. “Met goede vragenlijsten kun je dat voorkomen. Om samen beslissingen te kunnen nemen en doelen te stellen in de spreekkamer, moet een behandelaar weten waar de patiënt mee kampt en waar hij of zij verbetering in wil hebben. De vragenlijsten bieden gestructureerde informatie om daarover het gesprek aan te gaan.”

Goede PROMs zijn kort

In 2019 ging het multidisciplinaire PROM Expertisepunt van start, dat helpt de vragenlijsten Amsterdam UMC-breed in te zetten. PROMs meten vooral de fysieke, mentale en sociale gezondheid van patiënten. De vragen gaan bijvoorbeeld over de hoeveelheid pijn, somberheid, of angst. Patiënten vullen de PROMs meestal thuis in en bespreken deze later met hun behandelaar. “Goede PROMs zijn kort”, legt Haverman uit. “Ze moeten in hooguit tien minuten in te vullen zijn, zodat ze niet te belastend zijn voor de patiënt. Als expertisepunt helpen wij afdelingen kiezen uit een set algemene PROMs, waarvan we weten dat ze goed zijn, aangevuld met een paar ziekte-specifieke vragen. Ook ondersteunen we afdelingen bij de implementatie.”

Gebruik in de spreekkamer

Het belangrijkste bij het gebruik van de vragenlijsten is volgens Haverman dat deze daadwerkelijk worden besproken in de spreekkamer. “Als patiënten merken dat er wat met hun ingevulde vragenlijsten wordt gedaan, zijn ze zeer welwillend om de vragen opnieuw te vullen voor een volgend consult. Wij zien het meteen wanneer een behandelaar de vragen niet bespreekt. De response rate daalt dan snel. Dat is jammer, want uit onderzoeken blijkt duidelijk dat PROMs werken. Ze verbeteren de communicatie en kwaliteit van leven van patiënten.”

Laaggeletterden

De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor het gebruik van PROMs in de zorg. Haverman heeft onlangs zelfs drie subsidies toegekend gekregen, waaronder een prestigieuze Vidi-subsidie. “Met dat geld gaan we onderzoeken hoe we PROMs beter toegankelijk kunnen maken voor laaggeletterde mensen, anderstaligen en patiënten met een ernstige beperking in motoriek en spraak”, zegt Haverman. “Deze groepen hebben de vragenlijsten misschien wel het hardste nodig, maar kunnen er nu nog geen gebruik van maken. Wij willen de vragenlijsten zo aanpassen dat de uitkomsten nog goed te vergelijken zijn met de reguliere PROMs, zodat we ook meer inzicht krijgen in hoe verschillende patiëntengroepen hun gezondheidssituatie beleven.”

Samen de koers bepalen

Haverman is blij met alle waardering. “We hebben de wind mee. Er is in Nederland steeds meer aandacht voor het patiëntperspectief. Een MRI of bloedwaarde zegt namelijk niet alles over hoe het met de patiënt gaat.” Daarnaast neemt de aandacht voor preventieve zorg toe. “Ook daar kunnen PROMs bij helpen. Als je in de scores ziet dat het steeds een beetje slechter gaat met een patiënt, kun je als behandelaar eerder handelen. Vragenlijsten zijn zo een belangrijk kompas, waarmee patiënt en behandelaar samen de koers kunnen bepalen”.