De American Academy of Pediatrics (AAP) is niet transparant over de totstandkoming van haar richtlijn voor obesitasmedicatie bij kinderen. De wetenschappelijke onderbouwing blijkt beperkt en de AAP blijkt financiële banden te hebben met farmaceutische bedrijven die deze medicatie produceren, die niet vermeld waren in de richtlijnen. Dat concluderen onderzoekers van Amsterdam UMC, de Vrije Universiteit Amsterdam en universiteiten in Californië en Colorado.

In 2023 publiceerde de AAP een richtlijn waarin kinderartsen geadviseerd wordt om kinderen met obesitas vanaf 12 jaar standaard gewichtsverlagende medicatie voor te schrijven. En deze mogelijk aan kinderen vanaf 8 jaar oud aan te bieden. Uit de studie die gepubliceerd is in The British Medical Journal, blijkt dat de AAP sinds 2012 minstens 1,9 tot 2,6 miljoen dollar ontving van farmaceutische bedrijven die deze gewichtsverlagende medicatie ontwikkelen. Het gaat daarbij om bedrijven als Novo Nordisk (Wegovy, Ozempic) en Eli Lilly (Mounjaro, Zepbound), en om 12 andere bedrijven die ook obesitasmedicatie ontwikkelen, bijvoorbeeld in pilvorm.

Nergens vermeld

Niet alleen de organisatie zelf, maar ook individuele leden binnen de AAP ontvingen betalingen. Hoofdonderzoeker Luc Hagenaars (Amsterdam UMC) onderzocht met collega’s verschillende openbare bronnen, waaronder belastingaangiften en het Amerikaanse Open Payments-systeem. Hij concludeert dat minstens 22 procent van de AAP-bestuurders persoonlijke betalingen ontvingen van deze farmaceutische bedrijven. In totaal ging het om ruim 293.000 dollar tussen 2017 en 2023, verdeeld over honderden transacties, waaronder betalingen voor reizen, maaltijden en consultwerk. Binnen de werkgroep die de richtlijn opstelde, had 37 procent van de leden vergelijkbare financiële banden. Deze financiële banden werden nergens vermeld in officiële publicaties van de AAP.

Onderbouwing aanbeveling twijfelachtig

Na het uitkomen van de AAP-richtlijnen brachten landen als Canada, Verenigd Koninkrijk en Zweden richtlijnen uit waarin zij gewichtsverlagende medicatie onder de 12 jaar afraden, tenzij in uitzonderlijke gevallen. Dat geldt ook voor Nederland en Australië, waar momenteel de richtlijnen voor kinderobesitas worden geüpdatet. Onderzoekers wijzen erop dat onderbouwing van de AAP-aanbevelingen om deze medicatie voor te schrijven aan kinderen, gebaseerd is op sléchts één trial die gefinancierd werd door de fabrikant zelf. Voor kinderen jonger dan 12 jaar zijn er op het moment van de richtlijn geen klinische studies beschikbaar die de effectiviteit of veiligheid van deze medicijnen aantonen. Toch stelt de AAP dat artsen deze middelen “mogen overwegen” bij kinderen vanaf 8 jaar. Arts en obesitas-onderzoeker Bibian van der Voorn (VU Amsterdam): “De klinische onderbouwing ontbreekt bij dit advies. Neemt niet weg dat obesitasmedicatie voor bepaalde kinderen écht een uitkomst kan zijn. Echter op voorhand kinderen gelijk dit medicijn voorschrijven, daar ontbreekt een gedegen wetenschappelijke onderbouwing voor.”

Strengere regels

De onderzoekers wijzen erop dat belangenverstrengeling, zeker in de kindergeneeskunde, grote risico’s met zich meebrengt. “Richtlijnen vormen een belangrijke basis van medische besluitvorming,” stelt Luc Hagenaars. “Als die beïnvloed worden door commerciële belangen, tast dat niet alleen de kwaliteit van zorg aan, maar ook het vertrouwen van het publiek in de medische wereld.”
Zij pleiten daarom voor strengere regels rondom transparantie bij richtlijnontwikkeling, het uitsluiten van commerciële sponsoring, en meer onafhankelijk, publiek gefinancierd onderzoek naar de inzet van gewichtsverlagende medicatie bij kinderen.

Lees hier het wetenschappelijke artikel in Britisch Medical Journal

Foto: Adobe stock