De nieuwe stichting Amsterdam UMC Foundation gaat donaties werven om innovatief onderzoek te stimuleren. Sommige wetenschappelijke studies zouden zonder dergelijke financiële ondersteuning zelfs niet eens mogelijk zijn, zo blijkt uit twee voorbeelden op het gebied van hart- en vaatziekten en brozebottenziekte.

Arts-onderzoeker Nick Nurmohamed en universitair docent Dimitra Micha, beiden werkzaam in Amsterdam UMC, zijn erg blij met de financiële giften die ze via de voorgangers (zie kader) van de nieuwe stichting Amsterdam UMC Foundation hebben ontvangen. Nurmohamed richt zich met zijn studie PREDICT-CVD op een nieuwe methode om het risico van hart- en vaatziekten beter te voorspellen. Een particulier, die anoniem wil blijven, heeft hiervoor 250.000 euro gedoneerd. Micha, hoofd van het Centrum voor Bindweefsel Onderzoek (CBO), houdt zich bezig met nieuwe therapieën voor Osteogenesis Imperfecta (OI), ook wel brozebottenziekte genoemd. De horstingstuit-foundation deed voor de tweede maal een donatie om haar onderzoek wederom met een bedrag van 400.000 euro te ondersteunen.

Bloed en CT-scan

Nurmohamed legt uit dat de huisarts of cardioloog voor het voorspellen van de kans op hart- en vaatziekten momenteel vooral kijkt naar bloeddruk, cholesterolwaarden, rookgedrag, en of iemand man of vrouw is. “In de praktijk blijkt zo’n inschatting niet goed te werken. Meer dan de helft van de mensen die met een hartaanval in het ziekenhuis belanden, wist vooraf niet dat ze dat risico hadden. Dat is niet zo gek, omdat veel meer factoren een rol spelen bij hart- en vaatziekten. Gelukkig zijn er nieuwe technieken die daarop inspelen. Drie daarvan willen wij als aanvulling inzetten. Zo gaan we de gezondheid in kaart brengen door honderden specifieke eiwitten in het bloed te meten. Met dat bloed kunnen we ook de genetische aanleg voor hart- en vaatziekten bepalen. Ten slotte kijken we met een CT-scan van het hart daadwerkelijk naar mogelijke aderverkalking.”

Kunstmatige intelligentie

Afzonderlijk hebben deze technieken al aangetoond dat ze een bijdrage kunnen leveren in de voorspelling van hart- en vaatziekten. Door ze te combineren zou die inschatting nog veel accurater zijn, zo is de verwachting. Om al die verkregen data te kunnen verwerken en interpreteren gaan Nurmohamed en zijn collega-arts-onderzoekers Shirin Ibrahim en Emilie Gaillard gebruikmaken van kunstmatige intelligentie. De ontwikkeling van zo’n risicomodel op basis van machine learning-algoritmes doen ze in nauwe samenwerking met bio-informatici van Amsterdam UMC. Uiteindelijk moet het model straks met de combinatie van verschillende meetresultaten automatisch een voorspelling kunnen doen van het risico op hart- en vaatziekten.

Toename aderverkalking

De onderzoekers gaan nu eerst bij 300 mensen kijken naar mogelijke toename van aderverkalking. Daarbij maken ze gebruik van de drie meettechnieken. Nurmohamed: “Deze studie doen we in samenwerking met Cardiologie Centra Nederland (CCN). In behandelcentra van CCN zoeken we naar personen zonder klachten maar bij wie we wel al aderverkalking zien op een CT-scan van het hart. Na 2,5 jaar kijken we of de aderverkalking is toegenomen en of we dat met ons nieuwe model kunnen voorspellen. Grootschalig onderzoek moet vervolgens uitwijzen of we op deze wijze hartinfarcten en beroertes kunnen voorkomen door risicopatiënten de juiste medicijnen te geven. Wie weet kan een dergelijk multidimensionaal model dan ooit worden ingezet voor screening op hart- en vaatziekten.”

Collageenprobleem

Mark Horn

Osteogenesis Imperfecta, waar Micha onderzoek naar doet, is een zeldzame aangeboren en erfelijke botziekte. Nederland telt naar schatting ten minste duizend patiënten. Probleem bij hen is de afwijkende collageenaanmaak. Daardoor breken ze hun botten gemakkelijk en vaak, en kunnen die kromgroeien. Micha: “Collageen geeft botten een elastische kracht. Zonder dit eiwit kan bot geen krachten verdragen. Er zijn twee typen OI. Bij de milde vorm maakt het lichaam te weinig collageen aan en bij de ernstige variant is het collageen niet goed opgebouwd. Sommige patiënten met ernstige OI zijn hun hele leven gebonden aan een rolstoel. Ongeveer 10 procent sterft zelfs al tijdens of vlak na de geboorte.”

Vele operaties

Een adequate therapie voor OI is er volgens Micha niet. Vaak moeten patiënten gedurende hun hele leven vele operaties ondergaan om botmisvormingen te corrigeren. Daarom wil Micha als moleculair bioloog en geneticus nieuwe potentiële behandelingen onderzoeken. Vier jaar geleden is zij daar al mee begonnen met financiële steun van de Horstingstuit-foundation. Nu heeft ze voor een vervolgstudie wederom een donatie ontvangen van deze stichting die onderzoek financiert ter voorkoming, behandeling of genezing van ziektes waar de farmaceutische industrie minder belangstelling voor heeft. Micha wil samen met de Amsterdam UMC-onderzoekers Vivi Heine, Matthijs Verhage en Nathalie Bravenboer zowel de milde als de ernstige vorm van OI aanpakken. Iedere vorm krijgt een andere benadering.

Potentiële medicijnen

Voor de milde vorm beschikt Micha over verschillende FDA-goedgekeurde stoffen die de aanmaak van collageen stimuleren. “Die stoffen hebben we op botcellen, gemaakt vanuit huidcellen van patiënten, getest. Een aantal geschikte kandidaat-medicijnen willen we verder onderzoeken. Daarvoor hebben we een muismodel nodig maar helaas is dat niet voor milde OI voorhanden. Dat model met de onderliggende collageenmutatie zijn we nu aan het ontwikkelen. We moeten eerst kijken of de muis ook daadwerkelijk de ziekte heeft. Pas dan is het mogelijk het effect van de geselecteerde stoffen met dierproeven aan te tonen. Zijn de resultaten positief, dan gaan we onderzoeken of patiënten er ook baat bij hebben.”

Gentherapie

Voor de ernstige vorm van OI zijn geen werkzame stofjes beschikbaar. Daarvoor heeft Micha een andere strategie. Ze wil met gentherapie het defect verhelpen. Ze zegt dat dit wel een meer rigoureuze aanpak is maar als die werkt, maakt de patiënt wellicht collageen aan in de gewenste structuur. “Voor dit project maken we stamcellen uit de huidcellen van patiënten. Die stamcellen kunnen we vervolgens genetisch aanpassen en in botten spuiten. In het laboratorium hebben we al aangetoond dat die stamcellen goed groeien in mineraalrijk biomateriaal. Maar ook hiervoor geldt dat we eerst proeven moeten doen op een levend organisme om pas daarna deze techniek in te zetten bij patiënten. De ontwikkeling van dergelijke complexe therapieën vereist veel middelen en tijd. We zijn de horstingstuit-foundation dan ook zeer dankbaar voor de steun en hulp om dit mogelijk te maken voor deze zeldzame maar toch ernstige aandoening.”

Nieuwe stichting voor fondsenwerving

AMC Foundation en VUmc Fonds hebben als fondsenwervende stichtingen vanaf begin dit jaar hun krachten gebundeld. Ze gaan nu samen verder onder de naam Amsterdam UMC Foundation. De nieuwe stichting werft financiële middelen voor veelbelovend innovatief wetenschappelijk onderzoek binnen Amsterdam UMC. Niet alleen grote giften van particulieren en vermogensfondsen zijn welkom. Ook kunnen mensen via het platform www.steunamsterdamumc.nl acties opzetten om geld te werven.

Pelagia de Wild, directeur/bestuurder Amsterdam UMC Foundation: “Door de aanpak, kennis en ervaring van AMC Foundation en VUmc Fonds te combineren, kunnen we een sterke professionele organisatie neerzetten. We proberen wetenschappelijk onderzoek binnen Amsterdam UMC mogelijk te maken waarvoor nog geen plaats is binnen de reguliere geldstromen.”

Tekst: John Ekkelboom Foto: Mark Horn