Op veel afdelingen liggen patiënten bij wie de behandeling in het ziekenhuis goeddeels is afgerond, maar die nog wel een infuus met antibiotica hebben. Amsterdam UMC werkt sinds 3 jaar aan een nieuwe aanpak via een speciaal team, waardoor zulke patiënten - met antibiotica-infuus en al - naar huis mogen. Dat blijkt een succes: in 2021 werden zo 5.400 ligdagen in het ziekenhuis uitgespaard.

Dat patiënten met een infuus in de arm het ziekenhuis verlaten, is niet nieuw. Ook patiënten met een infuus gevuld met antibiotica kunnen in principe naar huis, maar dat vergt veel organisatie. Omdat antibiotica schadelijk kunnen zijn voor bepaalde organen, kunnen ze problemen opleveren bij patiënten met een niet stabiele nier- en leverfunctie. Dergelijke patiënten heb je dan toch liever in het ziekenhuis. Zijn die functies wel stabiel, dan kan - uiteraard zeer zorgvuldig - worden gekeken of de patiënt naar huis mag, met antibiotica-infuus en al. Zaalartsen hadden het erg druk met deze ontslagroute, waarbij fouten dreigden omdat ze veel zaken tegelijk moesten regelen.
Om het vertrek van patiënten met een antibiotica-infuus beter te laten verlopen en centraal te regelen, heeft Amsterdam UMC sinds begin 2019 een speciaal team. Dat coördineert, begeleidt en verzorgt de overgang van deze patiënten van het ziekenhuis naar hun eigen woning, een verpleeghuis of een revalidatiecentrum. Dat team heet voluit Outpatient Parenteral Antimicrobial Treatment, kortweg OPAT-team.

Controleren

Verpleegkundig specialist infectieziekten Laura Laan is een belangrijke spil in het team. Laan: “Voor patiënten die klinisch zijn opgeknapt, maar nog via een infuus antibiotica nodig hebben, kan de zaalarts een aanvraag doen voor ontslag uit het ziekenhuis. In overleg met de hoofdbehandelaar kijkt het OPAT-team of dat inderdaad mogelijk is. Laan: “We controleren de diagnose en het beleid, en raadplegen een specialist op het gebied van infectieziekten. Bij 1 op de 5 gevallen kunnen we toch wat aanpassen, zoals de duur van de behandeling, de dosis, de aard van het geneesmiddel of dat er kan worden overgegaan op tabletten, zodat een infuus niet meer nodig is. Als het beleid is afgestemd met de hoofdbehandelaar en de apotheek, dan gaat het transferbureau aan de slag om thuiszorg te regelen.”

Ziekenhuis blijft verantwoordelijk

Het ontslag wordt voorbereid. De antibiotica worden besteld. De patiënt krijgt een infuus-ingang in de arm. Wanneer de apotheek alle materialen heeft geleverd, sluit de verpleegkundige het infuus met antibiotica aan. Eenmaal thuis, verzorgt het Technisch Thuiszorg Team het infuus verder en houdt het ziekenhuis de patiënt op afstand in de gaten. Het OPAT-team, legt Laan uit, vormt de spil tussen de patiënt, de hoofdbehandelaar, de apotheek en het transferbureau. Daardoor hoeft de arts niet per patiënt het wiel uit te vinden.
Eenmaal thuis krijgen deze patiënten begeleiding van het OPAT-team. Er wordt wekelijks bloed geprikt. Factoren zoals leverfunctie, bloedwaarde en antibioticaspiegels worden zo nodig in de gaten gehouden. Ook wordt gekeken naar de ontstekingswaarden. Laan: “De noodzakelijke klinische zorg verplaatsen we naar huis, maar het ziekenhuis blijft verantwoordelijk voor de behandeling.”

Laura Laan (links) met OPAT-teamlid Kim Sigaloff.
Laura Laan (links) met OPAT-teamlid Kim Sigaloff.

Mochten zich bij de patiënt onverhoopt complicaties voordoen, zoals bijvoorbeeld een ontsteking, verslechtering van de nierfunctie of een noodzakelijke verandering in de medicatie, dan fungeert het OPAT-team als centraal aanspreekpunt voor alle betrokken partijen. De patiënt kan ook altijd bij het team terecht voor vragen, logistieke problemen of complicaties. Laan: “Wanneer de patiënt de infusen niet meer nodig heeft, of bijvoorbeeld kan overstappen op antibiotica in pil-vorm, stopt de betrokkenheid van het team.”

Gemiddeld 20 dagen eerder naar huis

In 2021 kregen 380 patiënten een thuisbehandeling met antibiotica via een infuus. Laan: “Het regelen van het ontslag van patiënten als deze kostte voorheen 4 of 5 dagen. Via deze route lukt dat vaak de volgende werkdag al.”
De gemiddelde duur van thuisbehandeling met een antibiotica-infuus is zo’n 20 dagen. Dat zijn 20 dagen waarin deze patiënten niet in het ziekenhuis hoeven te liggen. Alles bij elkaar leverde dat vorig jaar 5.400 uitgespaarde ligdagen op.
Dit concept met het OPAT-team als spil, zal in de toekomst waar mogelijk worden toegepast bij alle patiënten die eigenlijk alleen nog in het ziekenhuis liggen omdat ze een infuus met antibiotica erin hebben. Laan: “We streven naar een goed draaiend OPAT-team op beide ziekenhuis-locaties, zodat de patiënt, de hoofdbehandelaar en het ziekenhuis hier voordeel van hebben.”

Tekst: Mieke Zijlmans
Foto's: Mark Horn