Artsen van Amsterdam UMC hebben diepe hersenstimulatie (Deep Brain Stimulation, DBS) toegepast bij 4 vrouwen die al jarenlang kampen met extreme anorexia nervosa. Voor hen was dit een laatste redmiddel: geen enkele behandeling sloeg aan. Het ging om een verkennende studie. Gemiddeld was hun gewicht een jaar na de ingreep verbeterd. Daarnaast hadden ze minder last van kenmerkende gedragingen, zoals de neiging om voedsel uit te spugen en extreem te bewegen.

Hoofdonderzoeker en psychiater Marloes Oudijn benadrukt dat het om een kleine pilotstudie gaat en is voorzichtig met conclusies trekken. “Dit onderzoek laat zien dat DBS de typische en gevaarlijke gedragingen van een eetstoornis kan verminderen. Soms kwam er ander zelfbeschadigend gedrag voor in de plaats. Hoewel dat zorgelijk is, biedt het aanknopingspunten voor andere therapieën. Dat is winst, want deze ernstig en langdurig zieke vrouwen bij wie geen enkele behandeling aanslaat, lopen anders een groot risico om te overlijden.”
Voor anorexia nervosa zijn weinig effectieve behandelmogelijkheden. Het is het meest dodelijke ziektebeeld van alle psychiatrische stoornissen. Oudijn noemt de studie uitdagend en ingewikkeld. “Het gaat om erg kwetsbare patiënten die je blootstelt aan een experimentele studie en een invasieve ingreep.”

Een verstoord beloningssysteem

DBS is effectief bij mensen met ernstige en moeilijk behandelbare psychiatrische aandoeningen zoals dwangstoornissen. Oudijn: “Bij die patiënten is het beloningssysteem in de hersenen ontregeld. Met diepe hersenstimulatie kunnen we dat herstellen. Ook bij ernstige anorexia speelt zo’n verkeerd afgesteld beloningssysteem een rol: extreem veel bewegen, vasten of braken wordt door patiënten met anorexia nervosa als belonend ervaren. Daarom wilden we uitzoeken of we met DBS dit ontregelde beloningssysteem - en dus het schadelijke gedrag - kunnen normaliseren.”
Tussen 2017 en 2019 kregen vier vrouwen met ernstige, therapieresistente anorexia nervosa een DBS-behandeling. Daarbij plaatste een neurochirurg twee elektrodes op een plek in de hersenen die onderdeel uitmaakt van het ‘beloningscircuit’, om via elektrische pulsen de hersenactiviteit te beïnvloeden. De vrouwen in deze studie hadden vóór de DBS-behandeling een gemiddeld BMI van 12,44 (dat is extreem laag; een gezond BMI ligt tussen de 18 en 25). Een jaar later was dit toegenomen tot een bijna gezond BMI van gemiddeld 17,76.

Veranderingen in gedrag

Ook was na een jaar het gedrag afgenomen dat zo kenmerkend is voor de eetstoornis. De vrouwen hadden minder de neiging om extreem te bewegen, te vasten of te braken. Het gaf ze veel minder voldoening dan voorheen. Wel gingen sommige vrouwen ander zelfbeschadigend gedrag vertonen, zoals zelfverminking en zelfvergiftiging. De onderzoekers denken dat dit komt door een verstoorde emotieregulatie die ten grondslag kan liggen aan een eetstoornis. De DBS-behandeling onderdrukt het kenmerkende gedrag van de eetstoornis, maar de verstoorde emotieregulatie zou dan in een andere uitingsvorm aan de oppervlakte kunnen komen.
Oudijn: “DBS is dus zeker geen kwestie van ‘een druk op de knop en de anorexia is weg’. Maar onderliggende problematiek, die jarenlang verhuld werd door de eetstoornis, kan door de DBS beter toegankelijk worden voor behandeling. Dat is een stap in de goede richting voor mensen die tientallen jaren ernstig beperkt zijn door hun eetstoornis.”

Oudijn denkt dat het nog enkele jaren duurt voordat DBS voor ernstige eetstoornissen wordt aangeboden in het ziekenhuis. “Er is nog veel om uit te zoeken. Bijvoorbeeld bij welke eetstoornispatiënten de DBS het meeste effect heeft. En hoe zelfbeschadigend gedrag, eetstoornisgedrag en emotieregulatie in de hersenen samenhangen. Maar we weten steeds beter hoe we verstoorde hersencircuits kunnen herstellen.”

Tekst: Edith van Rijs
Foto: Shutterstock