Marc van der Valk is internist-infectioloog , bestuurder van stichting hiv monitoring en gespecialiseerd in de behandeling van hiv. Volgens hem is daarin nog volop winst te boeken. “Hoewel het aantal nieuwe hiv-diagnoses in Nederland gelukkig jaarlijks daalt, is het zeker nog niet voorbij.” Hoe gaat Nederland wat hem betreft op weg naar nul nieuwe infecties en betere kwaliteit van leven voor oudere hiv-patiënten?

Hij is 7 jaar oud als de eerste gevallen van een nog onbekende immuunstoornis bij jonge mannen wordt beschreven. We schrijven 1981. Drie jaar later, in 1984, wordt hiv ontdekt en nog een jaar later is het mogelijk om te testen op hiv. AMC en later Amsterdam UMC spelen in die jaren wereldwijd een voortrekkersrol in de preventie en behandeling van hiv/aids.

Inmiddels zijn we zo’n 40 jaar verder. Zo’n 83 procent van de mensen met hiv kan door het succes van de behandeling het virus niet meer overdragen. Volgens Marc van der Valk gaat er veel goed in de hiv-zorg, maar ook ziet hij volop kansen voor verbetering. “Bij de uitrol van de hiv-preventiepil ‘prep’ bijvoorbeeld loopt Nederland hopeloos achteraan. Andere verbetermogelijkheden betreffen comorbiditeit bij ouderen, late diagnoses en zorg op maat voor specifieke groepen.” Daar wil hij meer onderzoek naar doen. Maar ook wil hij het effect bestuderen van nieuwe behandelingen en zich richten op de introductie van nieuwe vormen van antiretrovirale therapie, zoals langwerkende medicatie, therapeutische vaccinaties en behandeling met neutraliserende antilichamen.

Comorbiditeit

Mensen met hiv worden steeds ouder en krijgen (vaker dan gemiddeld) te maken met chronische comorbiditeiten: meerdere aandoeningen tegelijk. Van der Valk: “Ik wil beter begrijpen welke mechanismen daaraan ten grondslag liggen.” De komende jaren gaat hij daar meer onderzoek naar doen, nationaal en internationaal. “In Amsterdam UMC wordt al meer dan 20 jaar onderzoek gedaan naar comorbiditeiten bij hiv. Eind jaren negentig lag de focus op metabole afwijkingen in suiker- en vetstofwisseling, veroorzaakt door hiv-medicatie met zeer veel bijwerkingen, in combinatie met chronische activatie van het immuunsysteem. Hoewel er later zeer effectieve hiv-medicatie beschikbaar kwam, bleven deze effecten op het immuunsysteem bestaan. Dat kan leiden tot schade aan orgaansystemen.”

Diagnostiek en preventie

Ook op het gebied van diagnostiek en preventie is er winst te boeken. “Nog steeds wordt, ook in Nederland, bij de helft van de mensen hiv te laat gediagnosticeerd, met alle gezondheidsschade van dien”, weet Van der Valk. In zijn oratie stelt hij dat het haalbaar is in Nederland om tot nul nieuwe infecties te komen. “Om dat te realiseren, moeten dataverzameling, beleid, en voorlichting nóg beter op elkaar aansluiten. Stichting hiv monitoring speelt hierin een cruciale rol door gegevens van mensen met hiv te verzamelen en te analyseren en levert zo een belangrijke bijdrage aan het vroegtijdig signaleren van trends. Organisaties als het RIVM, hiv vereniging Nederland , Soa Aids Nederland en behandelaren gebruiken die informatie weer om doelgroepen effectief van informatie en voorlichting te voorzien.”

Verschillende populaties

Van der Valk pleit voor zorg op maat. “De hiv-populatie in Nederland is zeer divers, met een relatief hoog aandeel kwetsbare individuen. Voor hen moeten we de zorg optimaliseren of zo nodig vernieuwen. Daarnaast is het zaak om uit te zoeken wat de impact is van de toenemende digitalisering van de zorg voor deze kwetsbare populaties.” Voor de toekomst heeft Van de Valk een hiv-poli voor ogen waarin mentale en fysieke problemen eerder gesignaleerd worden en de zorg verder is geoptimaliseerd. Dit is mogelijk door slim gebruik te maken van het elektronisch patiëntendossier, waarin systematisch informatie over het welzijn van het individu verzameld wordt.

De oratie van Marc van der Valk, hoogleraar Inwendige geneeskunde, in het bijzonder de behandeling van hiv-infectie is terug te kijken. Het is een dubbeloratie met Maarten Schim van der Loeff, hoogleraar Epidemiologie van seksueel overdraagbare aandoeningen.

Maarten Schim van der Loeff (l) en Marc van der Valk (foto Monique Kooijmans)

Foto bovenaan: Kirsten van Santen