Professor dr. Rashmi Kusurkar is hoogleraar Inclusie en Motivatie in medisch onderwijs en opleiden. Ook is ze lid van de stuurgroep Diversiteit & Inclusie bij Amsterdam UMC. Rashmi legt ons uit waarom diversiteit en inclusie in de zorg zo belangrijk is. En hoe Amsterdam UMC zorgt voor een divers en inclusief ziekenhuis.

1. Wat betekenen diversiteit en inclusie voor Amsterdam UMC?


“Dat betekent voor ons het hebben van een open blik. Openstaan en nieuwsgierig zijn naar een ander perspectief. Naar de standpunten, normen en waarden die anders zijn dan die van jezelf. Ook gelooft Amsterdam UMC in gelijke kansen voor iedereen. We willen een omgeving waarin iedereen zichzelf kan zijn. Man, vrouw, LHBTIQ+-er, met een beperking, een andere culturele of sociale achtergrond, introvert of extravert, spontaan of georganiseerd, en ga zo maar door. Iedereen is welkom en moet zich welkom voelen. Dat geldt voor medewerkers, studenten en patiënten.”

2. Waarom is dit zo belangrijk?


“Omdat we alleen met diverse teams, waarin iedereen zichzelf kan zijn, de beste én persoonsgerichte zorg kunnen bieden. Met een divers team bekijk je iets van verschillende kanten. Vanuit verschillende achtergronden, zoals cultuur en religie. Het maakt een team creatiever in het zoeken naar oplossingen die passen bij de patiënt. Zeker voor Amsterdam UMC is dit belangrijk. We zijn een groot ziekenhuis in de meest diverse stad van het land. We zien patiënten van bijna 180 nationaliteiten. Bovendien geldt: alleen als zorgverleners zichzelf kunnen zijn, kunnen ze het beste uit zichzelf halen. En hun kwaliteiten en eigenschappen zo goed mogelijk gebruiken.”

3. Hoe divers is de zorg in Nederland nu?


“Vooral in de top zitten voor het grootste deel witte mensen. Er zijn bijvoorbeeld heel weinig hoogleraren met een andere culturele achtergrond. Ook zien we weinig diversiteit onder medisch specialisten. Dat heeft verschillende oorzaken. Het begint al bij het feit dat basisschoolleerlingen met een andere culturele of lagere sociaaleconomische achtergrond geen vwo-advies krijgen. Daarna is er sprake van zelfselectie. De ‘niet-traditionele studenten’ verwachten al dat ze niet worden aangenomen bij de gezondheidszorgopleidingen. Ze proberen het vaak niet eens. Bovendien hebben ze meestal niet de juiste connecties om bijvoorbeeld de noodzakelijke stages te lopen. Daardoor maken ze minder kans om door de selectie te komen. Ook bij de doorstroom naar de opleidingen tot specialist vallen mensen af, omdat ze niet geselecteerd worden. Waarschijnlijk omdat er in de selectiecommissie vaak geen mensen zitten met een andere culturele of lagere sociaaleconomische achtergrond. En een mens is van nature geneigd te kiezen voor iemand die op zichzelf lijkt. Die witte norm zie je helaas ook op andere vlakken. Medisch onderzoek is bijvoorbeeld vooral gebaseerd op de witte man. En in het onderwijs zijn plaatjes in medische boeken en oefenpoppen vaak wit.”

4. Wat doet Amsterdam UMC aan diversiteit en inclusie?


“Amsterdam UMC besteedt sinds twee jaar veel aandacht aan het onderwerp. Er is een stuurgroep en een programmacommissie Diversiteit & Inclusie. Er is een actieplan gemaakt en er lopen verschillende programma’s en onderzoeken. Zo is het de bedoeling om ook een hoofddoek in het dienstkledingpakket op te nemen. En er ligt een plan om kleurrijke poppen in het onderwijs te gebruiken. Ook zijn er verschillende trainingen gemaakt. Bijvoorbeeld voor artsen over hoe ze om kunnen gaan met laaggeletterde patiënten. Twee projecten wonnen vorig jaar de SIGRA Diversity Award: het Steunpunt Gendervragen en het draagvlakonderzoek ‘Widening Access’ van mijn team. Hierin onderzochten we hoe we de kansengelijkheid kunnen vergroten voor studenten die willen doorstromen naar de gezondheidszorgopleidingen.”

5. Wat zijn de uitdagingen en kansen voor de toekomst?


“We moeten zorgen voor diverse teams. Bijvoorbeeld door leidinggevenden te leren bewust níet te kiezen voor iemand die hetzelfde is. Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat selectiecommissies divers zijn. Zodat er meer aansluiting is met de kandidaten. Ook moeten we zorgen dat we meer verschillende studenten aantrekken en dat zij gelijke kansen hebben. Bijvoorbeeld door een selectieprocedure te gebruiken waarbij ook de achtergrond van de kandidaat wordt meegenomen. Gelukkig is hier inmiddels veel steun voor. Tot slot is het belangrijk dat alle zorgprofessionals, docenten en studenten getraind worden hoe ze kunnen omgaan met verschillende achtergronden. Uiteindelijk moet er een sfeer ontstaan waarin verschillen er mogen zijn. En dat die verschillen ook bespreekbaar zijn. Dat mensen de moeite nemen zich te verdiepen in het denken en kijken van iemand anders. Dat alles begint bij bewustwording. Want pas als je ergens bewust van bent, kun je iets veranderen.”

Dit verhaal verscheen in het digitale magazine Amsterdam UMC in praktijk. Meld u aan als abonnee en ontvang automatisch nieuwe edities van het magazine per mail.

Fotografie: Amsterdam UMC