Dankzij het vroeg opsporen van het eiwit Lp(a) in het bloed van patiënten met hartproblemen, kunnen in de toekomst onder andere hartinfarcten worden voorkomen. Amsterdam UMC meet inmiddels standaard het Lp(a)-gehalte van deze patiënten. Arts-onderzoeker Nick Nurmohamed publiceerde met collega’s een artikel over deze vroege screening.

Van oudsher kennen we een verhoogd gehalte LDL-cholesterol in het bloed als belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. Bij alle patiënten met een verhoogd risico op zulke ziekten, die binnenkomen op de polikliniek Cardiologie en Vasculaire geneeskunde, wordt bloed afgenomen om onder andere hun cholesterol-profiel vast te stellen.
Inmiddels is gebleken dat ook het eiwit lipoproteïne(a) - of kortweg Lp(a) - een zeer sterke indicator voor het risico voor hart- en vaatziekten. Vroege opsporing ervan kan hartinfarcten voorkomen. Dat schrijven Nick Nurmohamed, arts-onderzoeker bij Cardiologie en Vasculaire geneeskunde, en zijn collega-onderzoekers in een publicatie in de European Journal of Preventive Cardiology.

Extra ‘staart’

Lp(a) is een eiwit dat vetten vervoert in het bloed. Het gehalte Lp(a) in het bloed van een individu is gedurende diens hele leven nagenoeg gelijk en wordt niet beïnvloed door leefstijl en voeding. Gezien door de microscoop lijken deze cellen sterk op ‘slecht’ LDL-cholesterol, maar ze hebben een extra ‘staart’.
De negatieve werking van Lp(a) verschilt van die van LDL-cholesterol. Wanneer er te veel van dit ‘slechte’ cholesterol in het bloed zit, stapelt dat in de bloedvaten, waardoor uiteindelijk verstoppingen kunnen ontstaan. Lp(a) stapelt niet, maar op de staart ervan zitten stoffen die ontstekingen veroorzaken. Nurmohamed: “Wij denken dat Lp(a) door bepaalde signalen zorgt voor méér ontstekingen in die vaatwanden. Daardoor wordt de kans op hart- en vaatzieken groter.”

18.000 metingen

Bij iedere patiënt die in Amsterdam UMC, locatie AMC binnenkwam met een vermoeden van hartproblemen zijn in bij wijze van proef een jaar lang zowel het ‘normale’ cholesterolgehalte als de Lp(a)-waarden vastgesteld. Nurmohamed en zijn collega’s hebben gekeken naar resultaten van dat proefproject. In totaal ging het om ruim 18.000 metingen.
De onderzoekers hebben de gegevens van hen die het hoogste gehalte Lp(a) in het bloed hadden – dat is één procent van deze mensen – vergeleken met die van patiënten die het laagste gehalte hadden: twintig procent van de onderzochte groep. Die ene procent heeft een drie maal zo hoog risico op hart- en vaatziekten zoals bijvoorbeeld een hart- of herseninfarct als die twintig procent met een laag Lp(a)-gehalte.

Sterke voorspeller

Nurmohamed: “Van die ene procent patiënten met de hoogste Lp(a)-gehaltes blijkt tot 63 procent een hoger risico te hebben op hart- en vaatziekten dan zou worden gedacht zonder Lp(a)-meting.” Lp(a) is dus een zeer sterke voorspeller voor zulke aandoeningen. De onderzoekers stellen zelfs dat bij sommige mensen, bij wie voorheen LDL-cholesterol als risicofactor aangemerkt is geweest, in feite het toen niet meegenomen Lp(a) de boosdoener was.”
De reden dat lipoproteïne(a) niet eerder meegenomen werd in de screening, is omdat laboratoria het eiwit Lp(a) in het bloed pas sinds een jaar of tien, twintig betrouwbaar kunnen meten. “Cholesterol kan daarentegen al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw gemeten worden”, aldus Nurmohamed.

Protocol aangepast

De Europese richtlijn is nu deze waarden standaard éénmaal mee te nemen in de metingen bij alle mensen bij wie bloed wordt geprikt om cholesterol te bepalen. Nog niet alle Nederlandse ziekenhuizen en laboratoria doen dat. Nurmohamed: “Dit onderzoek laat zien dat deze bepaling grote gevolgen heeft, dus de aanbeveling is dat vanaf nu wel stelselmatig te gaan doen. Dat hoeft maar één keer per patiënt: de waarde blijft levenslang ongeveer hetzelfde.” Kwestie van een enkel vinkje méér op het aanvraagformulier voor de analyse van het bloed. “De apparatuur is er; de waarden rollen er automatisch uit en komen in het digitale dossier van de patiënt terecht.”

Gespitst

Patiënten merken niets van deze extra meting, het levert geen extra onderzoeken op: “Er wordt al bloed afgenomen bij deze patiënten. Wel verscherp je als ziekenhuis de criteria voor welke patiënten een hoog risico op hart- en vaatziekten hebben.” Nurmohamed: “Behandelingen om het eiwit Lp(a) bij patiënten te verminderen worden nog onderzocht, het onderzoek zit in zijn laatste fase. Op dit moment ligt de aanpak in het nog verder verlagen van cholesterol, door leefstijladviezen en eventueel door het veranderen van de medicatie. Hopelijk kan een verhoogd Lp(a) binnen enkele jaren gericht worden behandeld.”

De winst van deze vondst is dat de zorg voor mensen met hoge Lp(a)-waarden kan worden verbeterd. Nurmohamed: “Wanneer je hierop gespitst bent, kun je onder die een procent met de hoogste Lp(a)-gehaltes, patiënten vinden met een drie maal zo hoog risico op het krijgen van hart- en vaatziekten, zonder dat zij dat wisten.”

Tekst: Mieke Zijlmans
Fotografie: Amsterdam UMC en Shutterstock