Zwangere vrouwen die rond 20 weken zwangerschap een korte baarmoedermond hebben, hebben een verhoogde kans om te vroeg te bevallen. Het voorkomen van vroeggeboorte bij vrouwen met een korte baarmoedermond is een cruciale stap in het beschermen van de gezondheid van het kind. Onderzoek van Amsterdam UMC toont aan dat als een vrouw rond 20 weken zwangerschap een korte baarmoedermond heeft, behandeling met progesteron (vaginale zetpillen) beter is dan een pessarium (rubberen ring) om het risico op ernstige vroeggeboorte te verminderen.

Hoogleraar Verloskunde Eva Pajkrt: “Dit is een belangrijke verbetering die kan bijdragen aan het verminderen van vroeggeboortes en de bijbehorende complicaties, zoals een verhoogd risico op babysterfte en langdurige gezondheidsproblemen voor het kind.” Het onderzoek is vandaag gepubliceerd in BMJ.

Met jaarlijks ongeveer 13,5 miljoen kinderen wereldwijd die te vroeg worden geboren, blijft vroeggeboorte een ernstig probleem met verstrekkende gevolgen. Kinderen die te vroeg worden geboren, lopen een hoger risico op levenslange complicaties, zowel lichamelijke als ontwikkelingsproblemen. Er is sprake van vroeggeboorte wanner een geboorte plaatsvindt voor 37 weken zwangerschapsduur. Het voorkomen van vroeggeboorte heeft dan ook een grote prioriteit bij de afdeling verloskunde van Amsterdam UMC.

Verminderen van extreme vroeggeboorte

Amsterdam UMC heeft onderzocht wat de beste behandeling is voor vrouwen met een baarmoedermond korter dan 25 mm bij de 20 weken echo, want die hebben een verhoogd risico op vroeggeboorte van hun kind. 25 centra deden mee aan dit onderzoek, waarbij bij een grote groep zwangere vrouwen de baarmoedermond werd gemeten. Vrouwen met een korte baarmoedermond mochten meedoen aan het onderzoek. De resultaten van deze studie tonen aan dat progesteron effectiever is dan een pessarium bij het verminderen van extreme vroeggeboorte. Dit onderzoek onderstreept het belang van het meten van de lengte van de baarmoedermond tijdens de 20 weken echo, en het informeren van vrouwen met een baarmoedermond die korter is dan 25 mm over de mogelijkheid van behandeling met progesteron.

Geen significant verschil

Voor vrouwen met een baarmoedermondlengte tussen 25 mm en 35 mm bleek er geen significant verschil te zijn in het aantal complicaties als gevolg van vroeggeboorte tussen de groep die progesteron gebruikte en de groep die een pessarium gebruikte. Pajkrt: “Op basis van ons onderzoek adviseren wij om bij alle zwangere vrouwen de lengte van de baarmoedermond te meten tijdens de 20 weken echo. Vrouwen met een baarmoedermond die korter is dan 25 mm zouden geïnformeerd moeten worden over de mogelijkheid tot behandeling met progesteron.”

Groot belang voor de gezondheidszorg

De resultaten van dit onderzoek zijn van groot belang voor de gezondheidszorg en kunnen bijdragen aan het verminderen van vroeggeboortes en de daarmee gepaarde complicaties. Dit heeft vooral voor het individu grote gevolgen, maar zeker ook voor onze maatschappij.

Deze studie is mogelijk gemaakt door de Stichting ter Voorkoming van Vroeggeboorte.

Foto: Shutterstock