ZonMw-directeur Véronique Timmerhuis: “Wij gaven de opdracht voor dit onderzoek vanuit de behoefte bij VWS en in de samenleving om meer inzicht te krijgen in omstandigheden die bijdragen aan onbedoelde zwangerschap, maar ook in de beleving van de zorg. Dit onderzoek geeft dat diepere inzicht, met alle nuances die daarbij horen.”
Het rapport is een vervolg op het eerder verschenen rapport ‘Dit is mijn verhaal’, waarin het besluitvormingsproces bij onbedoelde zwangerschap centraal stond. Hoofdonderzoeker Jenneke van Ditzhuijzen van Amsterdam UMC legt uit: “Er wordt vaak gedacht dat onbedoelde zwangerschap vooral jonge meiden in kwetsbare omstandigheden treft. Maar dat is niet waar. Het gaat veelal om mensen die wat ouder zijn, en al een partner en kinderen hebben. Het kan eigenlijk iedereen overkomen.”
Anticonceptietwijfel en negatieve ervaringen
“Vrouwen stoppen vaak met hormonale anticonceptie door eigen negatieve ervaringen. Wat mensen om zich heen horen of lezen over hormonen, bevestigt wat ze zelf ervaren”, aldus van Ditzhuijzen. Maar in de spreekkamer krijgen zij te horen dat er veel misinformatie is over hormonen. En dat is volgens de onderzoekers geen handige eerste insteek voor het gesprek. “Mensen voelen zich dan niet altijd serieus genomen door zorgverleners, en dan kunnen ze zelf op zoek gaan, of de keuze voor een andere methode uitstellen.” In een periode van anticonceptietwijfel praten partners er ook niet altijd over met elkaar. Van Ditzhuijzen: “Dat mensen de kans op zwangerschap soms onderschatten, is typisch menselijk. Mensen zijn op allerlei vlakken slecht in risico’s inschatten. Alleen informatie geven over risico’s is dus niet genoeg; het is belangrijk dat zorgverleners écht luisteren naar ervaringen, zodat mensen zelf een passende keuze kunnen maken over anticonceptie.”
‘Ik ben zo dom geweest’
Er heerst er nog veel schaamte rondom onbedoelde zwangerschap. Wieke Beumer, mede-onderzoeker bij Amsterdam UMC, legt uit: “Mensen voelen zich vaak dom als zij onbedoeld zwanger raken. Zij hebben het gevoel dat ze iets fout hebben gedaan. Dit maakt het moeilijk om er open over te praten.” Het onderzoek laat zien dat mensen vooral behoefte hebben aan een open, oordeelvrije houding van zorgverleners. Deelnemers aan het onderzoek die deze houding van zorgverleners ervaarden, kijken het vaakst positief terug op de zorg rond hun onbedoelde zwangerschap. Ook de maatschappelijke beeldvorming speelt een rol. “We roepen op om stigmatisering van onbedoelde zwangerschap actief tegen te gaan, door een realistischer beeld uit te dragen en het minder te problematiseren”, aldus Beumer.
Ruimte voor mannen
Mannen en vrouwen ervaren zorg rondom onbedoelde zwangerschap grotendeels hetzelfde, toch is de zorg nog altijd erg gericht op de zwangeren. Beumer: “Het is belangrijk om meer aandacht te hebben voor de rol van partners. Mannen moeten niet alleen onderdeel zijn van het gesprek met de vrouw, je kan juist ook los met ze in gesprek gaan over gedeelde verantwoordelijkheid en de preventie van onbedoelde zwangerschap.”
Met dit rapport pleiten de onderzoekers voor een bredere toegankelijke anticonceptiezorg rond onbedoelde zwangerschap, waarbij verschillende zorgprofessionals zoals huisartsen, abortusartsen, verloskundigen, GGD-artsen en gynaecologen dezelfde goede zorg kunnen bieden. Ook pleiten ze voor goed vindbare zorg en ondersteuning wanneer iemand onbedoeld zwanger is geraakt. Van Ditzhuijzen benadrukt: “Er moet ruimte zijn voor persoonlijke voorkeuren en eigen perspectieven bij het maken van passende keuzes bij een onbedoelde zwangerschap, voor zowel vrouwen als mannen. Dat geldt net zo goed bij anticonceptie. En dat begint met luisteren.”
Meer informatie
Bekijk het rapport en de bijbehorende infographic:
Dit onderzoek maakt deel uit van het ZonMw-programma Onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar (jong) ouderschap
Foto: Shutterstock