Een op de vijf baby’s wordt tegenwoordig via een keizersnede geboren, en dat aandeel stijgt aanzienlijk. Dat baart zorgen, want een keizersnede is een grote buikoperatie die complicaties met zich mee kan brengen. Een ervan is het ontstaan van een niche: een defect van de baarmoederwand, waar slijm en bloed zich ophopen. De link tussen klachten als gevolg van een niche en een eerdere keizersnede wordt vaak niet gelegd. Ook als er in een volgende zwangerschap complicaties optreden, wordt zelden aan een niche gedacht.
Vaak gemist
Toch is een niche allesbehalve zeldzaam, zegt Carry Verberkt, gynaecoloog in opleiding en onlangs gepromoveerd op dit onderwerp aan Amsterdam UMC. “Met de juiste beeldvorming zien we bij zo’n 60 procent van de vrouwen na een keizersnede een niche. Maar in de huidige praktijk wordt meestal een standaardecho ingezet, waarmee een niche vaak wordt gemist. De interpretatie van de echo vraagt om specifieke kennis. Daarom ontwikkelden we een gestandaardiseerde echomethode met e-learning voor zorgverleners. Die wordt inmiddels veel geraadpleegd, wat bevestigt dat we hiermee een gebrek aan kennis in de praktijk oplossen.”
Verminderde vruchtbaarheid
Onderzoek van Verberkt en promovenda Saskia Klein Meuleman bevestigt dat vrouwen met diepe niches vaker moeite hebben om zwanger te worden. Een mogelijke verklaring is dat achtergebleven menstruatiebloed in de niche ontstekingen kan veroorzaken of de subtiele bewegingen van de baarmoeder kan verstoren. Die bewegingen zijn essentieel voor een goede innesteling van een embryo. Dat verband werd verder onderbouwd in een recente studie van de onderzoeksgroep onder leiding van gynaecoloog en hoogleraar Judith Huirne, waar Verberkt en Klein Meuleman deel van uitmaken.
Niet altijd behandelen
Behandeling van de niche is niet voor iedereen nodig, onderstreept Verberkt in haar proefschrift. Vrouwen zonder klachten of zonder kinderwens kunnen meestal worden gevolgd zonder ingreep. Bij klachten zoals abnormaal bloedverlies kan hormonale therapie, bijvoorbeeld met een spiraaltje dat progestageen afgeeft, verlichting bieden. Vrouwen met hardnekkige klachten, met een klein defect en zonder kinderwens, kunnen in aanmerking komen voor een kijkoperatie via de vagina, waarbij het littekenoppervlak gladder wordt gemaakt.
Voor vrouwen met een groot defect en een kinderwens ligt de aanpak anders. In Amsterdam UMC loopt momenteel de LAPRESS-studie, waarin wordt onderzocht of een niche hersteld kan worden met een kijkoperatie, waarbij het litteken in de baarmoeder opnieuw wordt gehecht en verstevigd. “De resultaten van dit onderzoek worden nu geanalyseerd en moeten worden afgewacht voordat we deze techniek bij iedereen gaan toepassen,” benadrukt Verberkt.
Zwangerschap in het litteken
“Duidelijk is dat een niche het risico op complicaties tijdens een volgende zwangerschap vergroot”, vervolgt Verberkt, “zoals een scheur in de baarmoeder of een zwangerschap in het litteken – een caesarean scar pregnancy (CSP). Dat komt zelden voor, maar is gevaarlijk. In de praktijk wordt zo’n zwangerschap heel vaak gemist, waardoor ernstige complicaties ontstaan of risicovolle ingrepen nodig zijn. Daarom pleiten we voor betere scholing van iedereen die vroege echo’s maakt.” Samen met internationale experts ontwikkelde Verberkt een klinische indeling op basis van de ligging van de vruchtzak. Dit helpt om de juiste behandeling te kiezen: soms is afwachten voldoende, soms is een curettage onder echogeleide nodig en soms is een hersteloperatie de beste keuze.
Preventie
Verberkt besluit: “Binnen onze onderzoeksgroep maken de uitkomsten van studies steeds duidelijker hoeveel winst te behalen valt bij een beter beleid rondom keizersneden en niches. We kunnen nog grotere stappen zetten door beter te informeren, scherper te kijken en gerichter te behandelen. Ik pleit voor meer inzet op preventie. Dus indien mogelijk: minder keizersnedes.”
Lees het volledige interview
Het volledige interview met Carry Verberkt lees je in het magazine Janus: Niches baren zorgen
Nationale Strategie Vrouwengezondheid
Op 2 juli lanceerde minister Daniëlle Jansen (VWS) de Nationale Strategie Vrouwengezondheid 2025–2030. Hiermee wordt erkenning gegeven aan structurele achterstanden in kennis, onderzoek en zorg rondom vrouwspecifieke aandoeningen en de noodzaak om hier verandering in te brengen. De strategie richt zich op structurele aandacht voor zowel vrouwspecifieke aandoeningen, zoals cyclusproblemen veroorzaakt door uteriene afwijkingen en endometriose, als voor vrouwsensitieve aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten. Het doel is vierledig: het vergroten van kennis, het beter toepassen van beschikbare kennis, het verbeteren van zorg en ondersteuning, en het versterken van samenwerking via een breed netwerk en toegankelijk platform.